![]() Het schildersvak is al acht generaties van vader op zoon doorgegeven. Schilderen zit ons dus al meer dan 250 jaar in het bloed. Bökkerink Schilderwerken koppelt ambachtelijke kennis en ervaring aan hedendaagse technieken en producten, vooral ten dienste van particuliere opdrachtgevers.
De geschiedenis begint bij de rond 1720 geboren Josephus Böckerink. Hij staat in 1750 ingeschreven als 'grofschilder' en 'verver' en is werkzaam in Delden en omgeving. Met de titel 'grofschilder' werden huisschilders indertijd onderscheiden van de kunstschilders, 'ververs' waren werkzaam in de ververijen van de Twentse textielfabrieken. Josephus krijgt in 1747 een zoon, Antonius, die al op jonge leeftijd in vaders voetsporen treedt. En nog vele nazaten zullen dat voorbeeld volgen. Een belangrijke mijlpaal wordt in 1870 bereikt als Josephus' achter-achter-kleinzoon Carel Bökkerink zich in Nijmegen vestigt. Vanwege de snelle stadsuitbreiding is daar veel (schilder)werk te vinden. In de decennia die volgen groeit onder leiding van Carel's zoon Pierre het Schildersbedrijf Bökkerink uit tot een van de grootste in zijn soort van Nijmegen en omgeving. Het bedrijf vaart wel bij grote opdrachtgevers als de universiteit, de ziekenhuizen en kerken. Twee van Pierre's zonen, Piet en Wim, kiezen eveneens voor het schildersvak. Piet neemt als oudste zoon het familiebedrijf over, zijn jongere broer Wim start begin jaren zestig van de vorige eeuw een eigen bedrijf, waaruit Bökkerink Schilderwerken in Breda als achtste generatie is voortgekomen. |
|
|